Lees hieronder mijn blogs over hoogsensitiviteit
Wat is een hoogsensitief mens?
Ik keek fronsend naar het gezicht van de persoon tegenover me. Hij had zojuist mijn nieuwe missie samengevat als: “Dus je helpt mensen met hun complexen en je zorgt voor een oplossing.” Meende hij dat nou? Blijkbaar wel, want mijn opmerkingen dat er geen sprake was van complexen, maar van mensen met een hoge intuïtie en veel warmte en gevoel die moeite hebben met functioneren in onze overspannen Westerse wereld kwam niet aan. Ik liet het gaan, nam een slok thee om mijn frustratie weg te spoelen, en had een nieuw onderwerp voor deze column! Elk nadeel heeft z’n voordeel. Wat als je vanaf je geboorte al last hebt van lawaai en onrust, er niet tegen kunt dat mensen boos worden, en het gevoel hebt dat je niet wordt begrepen? Als je feilloos de mensen aanvoelt, en ze zeggen dingen die helemaal niet kloppen met hoe ze overkomen? En dat je merkt dat dat steeds sterker wordt naarmate je ouder wordt? Nou, dan heb je in ieder geval geen complex.
Je hebt grote kans dat je bij de 15-20 procent mensen hoort die hoogsensitief worden genoemd. Een verkeerde naam, vinden veel mensen. Roept associaties op met neurotisch, zeurderig en overal over klagen. Helaas is er nog steeds geen betere naam voor bedacht. Maar goed, what’s in a name.. Sla de naam even over, en kijk eens naar jezelf. Als je je herkent in dit verhaal, dan is het zeer begrijpelijk dat je je vaak moe en gefrustreerd voelt. En dat is nou wèl mijn missie: ‘mijn mensen’ in hun kracht zetten, en ze leren hoe ze om kunnen gaan met zichzelf en deze wereld. Er zijn geen kant-en-klare oplossingen, het is geen ‘pakketje maatregelen’ en er is ook geen protocol. Maar wel een open hart en een heleboel kennis èn ervaring. En wie ervaring heeft met een betere naam voor hoogsensitieven: suggesties zijn welkom op trea@sense-coachinghsp.nl. Wie weet, kom ik hier in de volgende column op terug!
Waarom oordelen we zo snel?
Het neemt in Nederland soms bijna epidemische vormen aan: het voortdurend oordelen over alles en iedereen, inclusief onszelf. Wat is er met ons gebeurd dat we blijkbaar ‘en masse’ aan het oordelen zijn geslagen? Of deden we dat altijd al?
Het is onontkoombaar. Iedereen heeft een mening over het Coronabeleid, waarbij voor- en tegenstanders zo fel zijn, dat er zelfs vriendschappen en familierelaties door verbroken worden.
En zo zijn er ook talloze meningen over een heleboel complexe situaties, waarbij de ‘waarheid’ domweg niet bestaat. Daar zijn ze te complex voor. Er speelt vaak zoveel mee dat niemand kan voorspellen wat je moet doen of hoe het afloopt. Bijvoorbeeld over vluchtelingen: “het kàn gewoon niet, al die mensen die hier naar toe komen, ze moeten er echt iets aan doen”. Over opvoeding : “al die prinsjes en prinsesjes, geen wonder dat die kinderen niet te hanteren zijn”. Over het basisonderwijs : “ze moeten daar gewoon weer eens gaan lès geven in plaats van de hele tijd projecten en thema’s aan te bieden”. Over voedsel: “de hele voedingsindustrie is één grote oplichterij, ze willen alleen maar zoveel mogelijk verdienen door zoveel mogelijk goedkope troep in ons eten te proppen”.
En ook op privéterrein vliegen de oordelen je om de oren. Bijvoorbeeld over hoe vaak je bij familie op bezoek moet gaan: “zo, dus jullie komen ook maar weer eens langs?”. Over persoonlijk verdriet :“zit je daar nou nog mee? Je moet het nu ook eens achter je laten, hoor, zoek afleiding, anders gaan we eens samen de stad in”. Over keuzes van mensen: “ik snap niet dat hij de hele dag met die motor bezig is, wat is daar nou aan, besteed liever eens wat tijd aan je gezin”. Of over de buren: “dat zijn zulke rare mensen, hè, ze laten overal troep slingeren en maken altijd lawaai, je hebt er niks aan”. En zo oordelen we ons een slag in de rondte. En ja, ook hoogsensitieve mensen oordelen! Het is zo makkelijk, gaat zo snel, en je hoeft toch niet altijd maar zo serieus te zijn?
Is ook zo! Ik ben blij met vriendinnen die de luchtige, lichte kant van het leven benadrukken en me zo soms verlossen van al teveel zwaarte en gepsychologiseer. Maar licht en luchtig is niet hetzelfde als oordelen.
Voor mij voelt het soms alsof we met zijn allen de weg kwijt zijn. De innerlijke balans is verstoord door een jarenlang proces van steeds hogere eisen, een te hoog tempo en gebrek aan tijd om na te denken. Altijd en overal je mening geven is de norm! Dat wordt nog versterkt door de enorme hoeveelheid meningen die we elke dag over ons laten uitstorten, door instagram, Facebook, twitter enzovoorts. Een snel oordeel is dan een stuk gemakkelijker dan je rustig verdiepen in een kwestie, en er nog eens een nachtje over slapen.
Het oordelen -meestal vooral over de ander- is er ongetwijfeld altijd geweest. Maar door de “need to act fast” zijn we steeds vaker gestresst en druk. En ons brein is niet geneigd tot subtiliteit als we onder druk staan. Dit heeft volgens mij niet geleid tot een vriendelijke, fijne wereld.
Een paar regels uit een lied dat ik Ramses Shaffy hoorde zingen:
“Ik ben misschien te laat geboren,
of in een land met ander licht.
Ik voel me altijd wat verloren,
al toont de spiegel mijn gezicht”
Wie herkent dit? Voor wie dit helemaal aanvoelt: laten we elke dag eens minstens 1 keer voor we onze meningen er weer uitflappen een pauze inlassen. En de kwestie eens van meerdere kanten te bekijken. Misschien een aantal mensen te vragen hoe zij er tegenaan kijken. En soms erkennen dat je het gewoon niet weet. Mensen die twijfelen, zoeken, luisteren zijn vaak vele malen realistischer en dwingen oneindig veel meer respect af dan mensen die je op hoge toon hun pasklare oplossingen voor elk probleem opdringen. Zeg maar de “need to act slow”, wat een rust en ruimte zou dat geven in een wereld die van de overspannen meningen aan elkaar lijkt te hangen.
Hoogsensitief? Je zult van je kind leren wie je zelf bent
“Hij kan zich niet concentreren op school, en loopt maar heen en weer, zou hij ADHD hebben?”
“Hij trekt zich steeds terug en het lijkt alsof hij geen aansluiting heeft bij de anderen. Zullen we eens een orthopedagoog vragen om te observeren?”
Twee opmerkingen die ik meermalen hoorde in mijn praktijk als logopedist. Op zich zeer terechte opmerkingen als het inderdaad gaat om kinderen met concentratieproblemen. Of bij kinderen die zo teruggetrokken reageren, dat het lijkt alsof ze geen contact kunnen maken. Maar ik wil graag een lans breken voor alle hoogsensitieve kinderen en speciaal ook voor hun ouders. Hoogsensitiviteit is namelijk erfelijk. Meestal is één van beide ouders het ook.
Als je als ouder merkt dat je kind haarfijn de sfeer aanvoelt, mensen goed inschat, en snel last heeft van teveel prikkels, let dan goed op. Het kan heel goed zijn dat je kind hoogsensitief is. En daardoor zo geprikkeld wordt door drukte (lees mijn eerdere blog "Rust roest?" op deze site) en sfeer (bijvoorbeeld een leerkracht met wie het niet klikt) dat het druk, boos, ongeconcentreerd reageert. Of zich terugtrekt en alles observeert, maar zich niet mengt in de groep.
De kans is groot dat er op een gegeven moment een leerkracht of intern begeleider komt met één van bovenstaande opmerkingen.
Terwijl de hoogsensitieve ouder ergens diep in zijn of haar hart voelt dat dit niet klopt. Er zijn zelfs veel hoogsensitieve ouders die op dit moment ontdekken dat ze dit temperament zelf ook hebben, en zich hierin gaan verdiepen doordat hun kind ‘problemen’ heeft op school.
Hierbij komt dan ‘de lans’: hoogsensitieve ouder, vertrouw op je eigen intuïtie. Je ziet in je kind als het ware jezelf gespiegeld. Je voelt aan dat je kind net zo is als jij ten diepste bent. Weet dat dit helemaal goed is, dat dit een waardevolle kwaliteit is. Jullie zijn juist heel goed in het aanvoelen van anderen en in contact met anderen.
Hiervoor is acceptatie van jezelf en waardering voor jezelf als hoogsensitief persoon onmisbaar. Zolang je vooral last hebt van deze eigenschap kan het nog lastiger zijn om goed om te gaan met je hoogsensitieve kind. Het is belangrijk om eerst zelf in balans te komen. Dan kun je dat doorgeven aan je kind. Een prachtige interactie kan dan ontstaan tussen jezelf en je kind . Jullie spiegelen elkaar. Je zult daardoor van je kind leren wie je zelf bent! En je kind kan meeliften op jouw levenservaring als hoogsensitief persoon.
Hoogsensitief: over valkuilen en misverstanden
Ben je hoogsensitief, of denk je dat je het bent? Welkom in een wereld vol misverstanden, oordelen, en valkuilen. Het goede nieuws is: je kunt het omdraaien, dan wordt hoogsensitiviteit een krachtig talent waar je veel aan hebt! En dat ook een krachtige positieve invloed kan hebben op je omgeving. Eén voorwaarde: je moet wel bij jezelf beginnen!
Nog even alles op een rijtje. Als je hoogsensitief bent, heb je géén afwijking, géén stoornis en géén etiketje. Je bent een normaal mens, met een bijzonder sterk ontwikkelde intuïtie en een sterke antenne voor alles wat er om je heen gebeurt.
De valkuil ligt voor de hand: als je intuïtief mensen aanvoelt, de neiging hebt om -goedbedoelend- de vinger op de zere plek te leggen, feilloos kunt aangeven wat er niet ‘klopt’ (aan bijvoorbeeld de werksfeer), dan zullen veel mensen in de achteruit gaan. De omgeving reageert verontwaardigd, soms ook veroordelend.
Zeker in onze maatschappij, die gebaseerd is op wetenschap, feiten en harde cijfers. Mensen vinden het vaak bedreigend als je het over gevoel hebt, helemaal als het dan ook nog eens over jullie eigen situatie (werk, privé) gaat. Je voelt je als hoogsensitief mens dan ook vaak afwijkend, afgewezen, en niet normaal.
Helemaal omdat je vaak ook nog eens streng bent voor jezelf, alles heel goed wilt doen, en de neiging hebt jezelf onder een vergrootglas te leggen.
Een hart onder de riem voor alle hoogsensitieven: dit is een misverstand! Je bent meer dan je hersenen, en de wereld is meer dan regels, feiten en harde cijfers. Juist de combinatie tussen verstand en gevoel, daar is de balans te vinden! En daar hebben we wel talent voor! Als je begint de balans en acceptatie in jezelf te zoeken, dan zul je merken dat er een wereld voor je opengaat.
Geniet je wel genoeg?
Het valt me vaak op dat mensen elke keer als ze elkaar zien, vragen: “Ga je nog iets leuks doen?”. Een onschuldige vraag, uiteraard. Toch moet ik soms de neiging weerstaan om te zeggen: “Nee, ik ga helemaal niks leuks doen, ik ga alleen maar uitrusten dit weekend”. Maar da’s natuurlijk geen aardige reactie. En er is ook niks mis met leuke dingen doen. Lekker erop uit, een uitje, een concert, een etentje, dat is juist heerlijk. Toch kriebelt het als mensen die vraag stellen. Ik heb daar eens een tijdje op zitten broeden, zoals hoogsensitieve mensen dat doen als ze nadenken/navoelen over opmerkingen van mensen die hen raken.
In onze samenleving hebben we het druk. Zoals ik vorige keer schreef in mijn blog, hebben we de onweerstaanbare neiging alsmaar door te rennen. Het is nooit genoeg, er kan altijd nog wat meer bij. Dat is niet alleen op werkgebied aan de orde, maar ook in de vrije tijd. Het lijkt er soms op dat het voortdurend doen van allerlei leuke dingen absoluut noodzakelijk is om een leuk leven te hebben. Met iets leuks doen is niks mis, maar er zit een soort prestatiedruk op. Je móet genieten en alles eruit te halen dat erin zit. Dan word je gelukkiger, want leuke dingen doen maakt je gelukkig. En gelukkig zijn, dat lijkt een van de belangrijke doelen in onze samenleving. Zozeer dat het soms bijna geen doel meer lijkt, maar een eis!
Maar wat is geluk? En kun je wel als doel stellen dat je gelukkig wilt zijn? Zoals ik het ervaar is genieten iets tijdelijks, vluchtigs, dat je onverwachts toevalt. Bijvoorbeeld als je een prachtig veld klaprozen ziet zoals ik vanmiddag zag. Of als je een glas wijn drinkt met goede vrienden, en voelt hoe vertrouwd en goed hun nabijheid is. Genieten is soms een briesje, soms een opzwepende wind, maar altijd van voorbijgaande aard. De essentie van geluk zit in het tijdelijke, als je het vast wilt houden, dan is het alweer weg.
Is er dan niets blijvends mogelijk op het gebied van je goed voelen? Ik denk van wel, maar dan niet in de zin van geluk, maar van balans! Ik merk en zie bij andere mensen en mezelf dat het mogelijk is steeds meer in balans te komen in je leven. Balans in je lijf, in je gedachten, je emoties, je gevoel, het hele boeltje bij elkaar dat je ‘ik’ noemt. Als je meer in balans raakt, ben je niet meer voortdurend als een te licht zeilbootje tijdens een harde wind heen en weer te zwiepen. Je hebt een basis gevonden en bent niet zo snel meer van slag door alle dingen die gebeuren. En dan kan het gebeuren dat je ontzettend verdrietig bent om iets dat gebeurt, of je ongelukkig voelt door omstandigheden waar je niet voor hebt gekozen, maar toch voel je dat je in de laag daaronder in balans bent.
En dàt is precies de drijfveer om Sense in het leven te roepen. Ik hoop dat ik de balans bij ieder die mijn begeleiding wenst kan stimuleren, en mag zien ontstaan! Als ik dat zie en voel, voel ik me -even- heel gelukkig!
Rust roest?
Vroeger pakte mijn moeder eens mijn hand, en draaide ‘m met de handpalm naar boven. “Kijk”, zei ze, “zie je die M?”, en ze wees met haar vinger naar de lijnen in mijn hand die inderdaad een soort M vormden. Ze vertelde verder: “Mijn oma vertelde me altijd wat dat betekent: Mensen Moeten Werken, zei ze dan.” En inderdaad, als je twee keer de M volgt en dan je hand omdraait en er een W van maakt, kun je dit als afkorting gebruiken van: Mensen Moeten Werken!
Ik vond het een mooi verhaal, en ben het nooit vergeten. Of ik het toen echt geloofde, weet ik niet meer, maar dat is ook niet zo belangrijk. Het gaat vooral om de symboliek, de boodschap die eruit spreekt. In de tijd van mijn overgrootmoeder, voor, tijdens en na de tweede Wereldoorlog, stond hard werken centraal in het leven. Veel keus was er ook niet, er moest gewerkt worden om te kunnen eten, om te overleven. Vrije tijd bestond niet, evenmin als hobby’s, dagjes uit, en de afhaalchinees was er toen ook nog lang niet. Was ook niet nodig, mensen als mijn overgrootmoeder hadden geen cent te makken. Ze hebben zelfs armoede en honger gekend.
Wat dat betreft leven we in een wereld waarin een oase aan vrije tijd bestaat. Bijna iedereen heeft geregeld een vrije dag, of dagen, en kan uitrusten en af en toe iets leuks doen.
Grappig hoe lastig dat tegelijkertijd ook is. Ik merk als hoogsensitief persoon vaak dat ikzelf en de mensen om me heen met name bezig zijn met ‘druk, druk, druk’ zijn. Het is zelfs zo dat veel mensen als antwoord op de vraag : “Hoe gaat het?” automatisch reageren met: “Goed, druk!”.
Toch heeft iedereen af en toe rust nodig. Als je hoogsensitief bent, heb je zelfs vaak meer rust nodig dan gemiddeld. Om bij te komen van alle prikkels, alle verhalen, alle emoties en te verwerken wat er allemaal is gebeurd. Ik geef jullie een mooie tip geleerd door een opmerking mijn wijze echtgenoot, die eens droogjes zei: “Dat lijf van jou moet het gewoon altijd doen he? Je ziet het gewoon als los onderdeel van jezelf, als een apparaat dat altijd op ‘on’ staat”. De tip bestaat uit drie stappen: Eén: voel bewust dat je lichaam even rust nodig heeft. Twee: accepteer dat dit zo is. Drie: handel er naar. Ren niet gewoon door, maar ga als je moe bent eens op de bank liggen! Doe je ogen dicht, en voel dat je lijf moe is, je hoofd moe is, en dat dat toch wel degelijk een onderdeel is van jezelf waar je het leven mee door moet gaan. Je kunt het niet ‘for granted’ nemen.
Da’s best lastig, dat weet ik heel goed. Daarom riep ik de eerste keren ook heel trots: “Jongens, zien jullie het wel, ik lig op de bànk!”. En dat hielp, voor de acceptatie. Onderschat nooit de kracht van humor. Maar daarover een andere keer meer!
Wat beweegt ons?
Ik zie hem nog zitten. De collega aan de andere kant van de tafel keek me fronsend aan, en vroeg: “Ja, maar Trea, waar wil je over 5 jaar staan? Je moet toch wel een doel hebben?”.
Als iemand me zo’n vraag stelt, raak ik altijd in verwarring. Aan de ene kant vind ik dan dat ik inderdaad wel een beetje nuchter en zakelijk moet blijven, ik heb tenslotte een eigen bedrijf, kom op, zet nou eens een stip op de horizon en bepaal je doelen. Aan de andere kant een lichte wrevel, het gevoel dat het niet zo werkt, dat ik vanzelf ergens terecht kom, dat het een soort organisch proces is dat zich toch niet laat sturen.
Zo’n vraag blijft hangen, bij mij als hoogsensitief mens. Omdat het me blijkbaar raakt. En omdat ik me realiseer dat dit te maken heeft met belangrijke vragen als: “Waar streef je naar? Wat is jouw doel? Wat bezielt je? Wat zet jou in beweging?”
Veel hoogsensitieve mensen staan hier in mijn beleving anders in dan veel mensen die niet hoogsensitief zijn. Als HSP ben je vaak met heel andere motivaties bezig dan de concrete, nuchtere realiteit eist. Zeker in onze Westerse samenleving wordt verwacht dat je op een andere manier doelen stelt. Liefst toetsbaar, in een protocol of SMART-doel geformuleerd, en meestal cognitief georiënteerd. Oftewel, het gaat om harde feiten, niet om gevoel.
Dat iets goed voelt, dat je op je intuïtie je pad zoekt is voor veel organisaties, maar ook voor veel individuele mensen, niet direct een doel. Daar heb je niks aan, daar winnen we de oorlog niet mee.En zo voelt de HSP zich geregeld alsof hij of zij op een andere planeet woont.
Als tip een doordenker: realiseer je dat alle doelen, eisen, protocollen en spreadsheets iets zijn van het hoofd, van de hersenen. Handig weliswaar, het kan veel overzicht en inzicht geven in wat er moet gebeuren. Realiseer je vervolgens dat dat je gevoel op een andere plek zit. De meeste mensen voelen verdriet, geluk en spanning heel ergens anders, in hun buik, of maag. Denk maar aan uitspraken als: “Ergens diep in mij zegt iets me, dat ik dit niet moet doen”. Blijkbaar zijn wij meer dan de redenaties en logica van ons brein. Het helpt om deze beide kanten van jezelf te ervaren. Je kunt je zelfs afvragen: “Wie heeft in deze situatie het meeste recht van spreken? Wat geeft nu de doorslag, mijn logica of mijn intuïtie?”.Hoe je hier als hoogsensitief persoon mee omgaat is één van de uitdagingen die ik mezelf heb gesteld, zowel voor mezelf als in de rol van begeleider van andere hoogsensitieve personen. Ik verheug me erop, dan wordt die andere planeet gelijk wat bevolkter!
Zijn hoogsensitieve mensen overgevoelige, nerveuze types?
Onlangs sprak ik een directeur van een school, die reageerde toen ik vertelde over mijn nieuwe rol als begeleider HSP: “Oh hoogsensitief, ja…ja…, ik had hier gìster een ouder van een kind, nou, díe was ècht hoogsensitief!”. Oftewel: een zeurpiet die overal last van had, en niet gewoon nuchter en normaal kon doen. Dat was het moment dat ik besloot een blog te gaan maken over hoogsensitieve personen (HSP).
Om te delen welke (voor-)oordelen, meningen en reacties ik uit mijn omgeving krijg. En om informatie te geven, vanuit mijn eigen ervaring, maar ook vanuit onderzoek en wetenschap.
De grondlegger van de beschrijving van hoogsensitieve personen is Elaine Aron, wetenschapper en zelf HSP. In volgende blogs zal ik hier zeker meer over vertellen. Door Aron wordt HSP steeds breder geaccepteerd, en niet meer gezien als verzinsel, modetrend of vaag spiritueel begrip. Zo zie ik zelfs mensen uit Christelijke hoek terugdeinzen, als ik vertel dat ik hoogsensitief ben. Alsof het eng en verboden is, en onverenigbaar met religie.
Wat is het dan wel? Nou, je zou kunnen zeggen dat een hoogsensitief persoon een zeer scherpe antenne heeft voor de buitenwereld. Een HSP merkt, voelt, ziet, ruikt en ervaart vrijwel alles om zich heen. Daardoor is een hoogsensitief persoon bij uitstek in staat is om sferen, relaties, stemmingen en sentimenten aan te voelen. Dit is een talent, maar kan ook een valkuil worden. Zeker op het moment dat de buitenwereld als een tsunami over de hoogsensitieve persoon heen rolt en de HSP zich laat meevoeren door de denkbeeldige golf. Oftewel opgeslokt wordt in het kielzog van het drukke bestaan, losgeraakt van zichzelf, en overbelast door de voortdurende stroom van informatie om zich heen.
De kunst is om als hoogsensitieve persoon de balans te vinden. Zodat je het leven blijft ervaren, maar wel jezelf blijft. Dan kan diezelfde hooggevoeligheid een handige eigenschap zijn om een goede sfeer in de communicatie te behouden. Zoals toen ik vriendelijk knikte naar de directeur. En hem vertelde hoe interessant het me lijkt, om mensen als begin van mijn ‘tweede carrière’ te informeren over hoogsensitiviteit, zodat er meer over bekend wordt. Da’s overal goed, zeker ook in het onderwijs!